Home

Ooit, in een grijs verleden, was Glanerbrug een dorpje met nog geen duizend inwoners. Het waren hoofdzakelijk arbeiders, die hun karige brood verdienden in de textielindustrie. Kwam een van de dorpsbewoners te overlijden, dan bracht men hem gezamenlijk naar de laatste rustplaats. Begraafplaats Doodenzorg herinnert daarom nu, na 100 jaar, nog aan een oude wens van de Glanerbruggers: een eigen begraafplaats. Omdat Vredehof in Glanerbrug de meeste uitvaarten verzorgt, werkte zij graag mee aan de viering van dit jubileum. De open dag op 7 juli 2006 was dan ook een succes.

Beheerder Hans Elties staat pontificaal voor de smeedijzeren toegangshekken van Doodenzorg, geflankeerd door voorzitter Corry Beelen. "De gemeente Enschede kan ons deze begraafplaats niet afpakken", klinkt Elties bijna strijdlustig. Hij hoort als zestiger bij de oude garde uit Glanerbrug en staat zijn mannetje. "Wij geven hier negen van de tien graven uit voor 75 jaar. Als ik morgen de laatste begrafenis heb, duurt het dus nog zo lang voordat Begraafplaats Doodenzorg opgeheven kan worden. Veel oude Glanerbruggers willen hier begraven worden.

Geen ruimtegebrek

De vereniging telde ooit duizend leden. Daar zijn er anno 2006 nog zo'n 225 van over. De laatste jaren is dit aantal gestabiliseerd. Gezamenlijk dekken zij met de betaalde contributie de kosten van het onderhoud en de exploitatie. "Zowel leden als niet-leden kunnen hier begraven worden, maar de nabestaanden van leden krijgen een flinke korting", legt de voorzitter uit.

  "Vanaf je 18e kun je lid worden. Je betaalt dan € 5,- per jaar. Kinderen zijn 'meeverzekerd' met hun ouders. Daarnaast hebben we de inkomsten van de begrafenissen. "De meeste jaren hebben we winst gedraaid", aldus Beelen. "Begin jaren negentig hebben we een flink stuk grond aan de gemeente verkocht. Daardoor beschikken we nu over de nodige financiele reserves." Voorlopig heeft Doodenzorg geen ruimtegebrek te vrezen. Elk jaar worden hooguit 20 tot 25 mensen begraven in Glanerbrug. "We kunnen nog wel 100 jaar vooruit", schertst Elties.

Grafdelver

Op de begraafplaats doet de grafdelver zijn werk nog met de hand. Een machine is niet rendabel bij deze aantallen. "De vaak oude paden zijn daar bovendien te smal voor. Ook moeten we regelmatig bijzetten. Tussen de grafstenen is te weinig ruimte voor een graafmachine", aldus Elties. "Wij begraven de mensen hier trouwens naast elkaar en niet, zoals je in het Westen veel ziet, boven elkaar", zegt hij met een zekere afkeer in zijn stem. Geheel in de geest van de tijd is Doodenzorg in 2001 uitgebreid met een urnveld. Langzaam maar zeker begint het veld zich te vullen, want ook in Glanerbrug neemt het aantal crematies toe.

Erfgoed

De beheerder en de voorzitter zorgen gezamenlijk voor het reilen en zeilen op de begraafplaats, daarbij bijgestaan door vijf medebestuursleden. Alle bestuursleden zijn vrijwilligers. Samenwerking, dat is een pijler onder het 100-jarig bestaan. "We werken ook prettig samen met Vredehof. Zij zijn de uitvaartorganisatie die we hier het meeste zien. Zij regelen de uitvaart, wij regelen alles vanaf het hek hier. Dat gaat uitstekend", aldus Beelen. "We werken graag samen met lokale partijen. Wij hebben hen onlangs ook betrokken bij het vieren van ons 100-jarig jubileum. Van notaris en bloemist, tot uitvaartondernemer en zangkoor." Het is duidelijk dat de beheerder en de voorzitter, zoals het echte Glanerbruggers betaamt, gehecht zijn aan de begraafplaats Doodenzorg. Zij zijn er trots op en waken over dit stukje erfgoed. Elties staart over de graven, wendt dan ineens zijn hoofd: "Er zal altijd begraven worden in Glanerbrug, dus wat dat betreft gaat het goed...!"